donderdag 1 september 2016

Een Afrikaanse Jezus

Tijdens de lessen ‘Nieuwe Testament’ vraag ik mijn studenten op het trainingscentrum in Tamale hoe zij denken dat Jezus er uit ziet (of zag). Als ik een ‘compositietekening’ zou maken van alle antwoorden, is de kans groot dat het resultaat een blanke Jezus met blond haar en blauwe ogen zou zijn. Als ik vertel dat de kans groot is dat Jezus een veel ‘arabischer’ uiterlijk had, wordt dat wel geaccepteerd. Maar als ik vervolgens een afbeelding laat rondgaan van een afrikaanse man in traditioneel gewaad, beginnen de studenten te protesteren: ‘Dat kan Jezus niet zijn!’

Het beeld van een blanke Jezus met blauwe ogen is diepgeworteld. Wellicht is dit beeld er in geslopen doordat men dacht dat de Redder van dit ‘buitenlandse’, christelijke geloof er wel net zo blank uit zou moeten zien als de europese zendelingen die het geloof in Afrika verkondigden. Tegenwoordig is dit beeld alleen maar verstevigd. Zo wordt voor posters en flyers voor kerkelijke activiteiten en afbeeldingen in kerken, steevast een plaatje van een blanke Jezus van internet gevist. Een bekende afbeelding van Jezus is die uit de ‘Jezus-film’.  Deze film, naar het Evangelie van Lucas, is nagesynchroniseerd  in bijna alle talen van Noord Ghana en wordt veel gebruikt voor evangelisatie. Het kijken van de film in haar moedertaal Vagla was voor mijn schoonmoeder een verwarrende ervaring: ‘Hè? Dat kan niet! Deze kabruni (blanke) spreekt Vagla!’

De afgelopen drie maanden heb ik ver van huis doorgebracht, in andere delen van Ghana, en zijn beelden van een afrikaanse Jezus regelmatig in mijn gedachten en gesprekken langs gekomen. Eerst verbleef ik een aantal weken op het Ramseyer Training Centre in Abetifi voor een kerkelijke opleiding om als predikant te kunnen worden bevestigd in de Presbyterian Church of Ghana (de bevestigingsdienst heeft in augustus plaatsgevonden, waarover in mijn volgende blog meer). In de eetzaal van dit centrum hangen zo’n tien grote platen die evangelieverhalen in een afrikaanse context verbeelden. Op de aansprekende tekeningen, gemaakt in Noord Kameroen, is een afrikaanse Jezus te herkennen in een blauw (op de plaat hieronder rood) gewaad in een omgeving die erg lijkt op die van Noord Ghana. Tijdens het eten vroeg ik mijn tafelgenoten wat ze van de platen vonden. ‘Mooie weergave van afrikaans dorpsleven’, vonden ze. Maar ze herkenden Jezus er niet in.



Na Abetifi reisde ik door naar Akropong, een paar uur verder naar het zuiden, waar ik nu nog steeds ben. Hier studeer ik sinds vorig jaar in deeltijd aan het Akrofi-Christaller Institute of Theology, Mission and Culture, opgezet door de Ghanese theoloog Kwame Bediako, juist om de kerk in Afrika haar eigen Jezus te laten ontdekken. Het christelijk geloof is volgens hem namelijk net zo afrikaans als dat het europees is. In deze tijd van leegloop in Europa en groei in Afrika ligt het zwaartepunt van de christelijke kerk bovendien op het zuidelijk halfrond. In de dagelijkse colleges en gesprekken met studenten en docenten uit alle delen van Afrika, komen dan ook kleurrijke beelden tot leven van een Jezus die volledig thuis is in Afrika en een kerk die zichzelf om hem heen vormgeeft.


Voorafgaand aan mijn verblijf in het zuiden van het land, kwamen we het ‘probleem’ van de blanke Jezus in de praktijk tegen toen ik met een collega op zoek was naar kinderbijbels en andere materialen voor onze trainingen voor kinderwerkers in Noord Ghana. De kinderenevendiensten van gemeenten in  Zwijndrecht en Waddinxveen hadden daarvoor geld bijeengebracht. Alle materialen en bijbels die we tegenkwamen waren van amerikaanse oorsprong en zouden het bestaande beeld alleen maar bevestigen. Uiteindelijk vonden we een mooie set platen bij bijbelverhalen, gemaakt door een ghanese tekenaar, die duidelijk passen in een afrikaanse setting. Op de tekeningen is Jezus is niet blank, maar ook niet zwart. Een arabier misschien.  De zoektocht naar een afrikaanse Jezus gaat in ieder geval door, maar is voor velen nog een stap te ver.