woensdag 11 juni 2014

'...want de Geest spreekt alle talen'

Tijdens het Pinksterfeest werden we er aan herrinnerd hoe God zich liet zien aan mensen van zo veel verschillende talen, culturen en achtergronden. In de kerk zijn wij zo op deze wereld ook vandaag nog aan elkaar verbonden met al onze verschillen.
In de Ghanese kerk blijft taal een grote uitdaging. In een land met meer dan 50 verschillende talen en culturen, gebeurt het gemakkelijk dat en bepaalde taal meer aandacht krijgt dan de andere. Sommigen groepen voelen zich aan de rand van de kerk staan, omdat zij daar de boodschap van het evangelie niet in hun eigen taal horen en er liederen op onbekende ritmes in een onbekende taal worden gezongen. Op het Presbyteriaans Trainingscentrum proberen we leiders op te leiden die zich raad weten met deze uitdaging en het bereiken van mensen in hun moedertaal serieus nemen.
Ook in internationale contacten is communicatie niet altijd eenvoudig. Niet alleen vanwege de taal (vaak wordt in het engels gecommuniceerd), maar vooral vanwege de veschillen in leef- en denkwereld die achter het communiceren schuil gaan. Bij buitenlands bezoek in Ghana ben ik vaak vertaler van het Engels naar het Engels. Door de verschillende accenten en bedoelingen hebben verschillende partijen vaak moeite om elkaar goed te begrijpen. Ook kerken en organisaties uit verschillende delen van de wereld weten in hun communicatie niet altijd raad met de verschillen in leefwereld, prioriteiten en cultuur.
Op dit moment zijn er 3 predikanten van de Amerikaanse Presbyterian Church een aantal maanden op bezoek op het Trainingscentrum. Zij werken als vrijwilligers mee in enkele trainingsprogramma’s. Vorige week was er een training voor leiders van het kinderwerk in de dorpen. De meeste deelnemers kwamen op de fiets. Een van de Amerikanen vroeg hoe ver deze deelnemers moesten fietsen om hier te komen. Een van de aanwezige Ghanese predikanten antwoordde: “heel ver”.  Als je in Ghana naar een afstand vraagt zijn de drie mogelijke antwoorden immers: ‘niet ver’, ‘een beetje ver’ en ‘heel ver’. De Amerikaan keek hem vragend aan. Ik schoot hem te hulp en vertelde dat sommigen wel 60 km moesten fietsen om op het trainingscentrum te komen. De Amerikaan was nog niet tevreden en vroeg met welke snelheid deze fietsers dan zouden fietsen. De Ghanese predikant had inmiddels door dat er een precies antwoord van hem verwacht werd en verzon snel wat: “Ik denk dat ze in een kwartier wel 1km kunnen afleggen”. De Amerikaan had  niet in de gaten dat een dergelijke rekensom in de Ghanese context niet van belang is en begon druk te rekenen. Ik mengde me opnieuw in het gesprek en voegde toe dat het misschien zelfs wel 15 km in ieder uur kon zijn. Daar wist de Amerikaan wel raad mee. Hij maakte snel de rekensom af en concludeerde dat enkele deelnemers 4 uur hadden gefietst om op de training te komen. De Ghanese predikant knikte enthousiast: “Ja, 4 uur!!” Eindelijk spraken beiden weer dezelfde taal.
(Het filmpje hieronder is gemaakt tijdens ons voorbereidingsbezoek aan een aantal deelnemers aan de kinderwerkerstraining, voorafgaand aan de training)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten