
Dat er goud in de Ghanese bodem zit is geen nieuws. Goud is het belangrijkste exportproduct van Ghana, dat vroeger Goudkust werd genoemd. Al vanaf de 15e eeuw stuurden Europese landen er handelsvloten op uit. Ze bouwden handelsforten aan de Ghanese kust en ruilden van daaruit goud tegen allerlei Europese producten. De goudhandel was een van de belangrijkste peilers onder de voorspoed van bijvoorbeeld de Nederlandse West Indische Compagnie.
De goudmijnen bevinden zich al eeuwen voornamelijk in het zuiden van Ghana. Toen er in het noordelijke Dakrupe goud werd gevonden, bleek dat het voor de overheid niet loonde er een staatsmijn op te zetten. De overheid vertrok weer en sindsdien ontfermt de lokale bevolking zich over de goudmijnen.
Ik loop door het dorp met Kofi. Tot voor kort had hij geen baan. Nu int hij namens de chief van Dakrupe belasting bij alle goudzoekers in het dorp. Geen gek baantje. Dat het zoeken naar goud op deze manier eigenlijk illegaal is deert hem niet. Het helpt de jeugd van de streek immers aan werk.
Dakrupe bestond vóór de komst van de jeugdige goudzoekers uit hooguit twintig huisjes. Nu is het een chaos van honderen kleine hutjes die met takken en plastic in elkaar zijn gezet. Het enige stevige stenen gebouw in het dorp is een immense nieuwe moskee. Gedoneerd door Saoedi Arabië. “Het graven naar goud gaat de hele week door”, verklaart Kofi lachend. “Behalve op vrijdag. Dan bidden we in de moskee met z’n allen dat we maar veel mogen vinden”. Zou dat ook het geheim van Dagobert Duck zijn geweest??