maandag 26 oktober 2015

Buren op gepaste afstand

De inwoners van Tamale hebben het gewone dagelijks leven inmiddels weer opgepakt, nadat de afgelopen week helemaal in het teken stond van Eid al-Adha, het islamitische Offerfeest. Hoewel er in Ghana officieel maar een vrije dag aan dit feest gekoppeld, duren de aanloop en de nasleep ervan bij elkaar wel een week.  

Schapen voor het Offerfeest

Dat het Offerfeest in aantocht is, is vooral te zien aan de duizenden schapen die de stad binnengevoerd worden. Op alle open plekken worden de schapen, vooral grote glanzende rammen, aan bomen vastgebonden en ontstaan spontane veemarktjes. In deze week verdubbelt de prijs van een ram van gemiddeld 100 euro naar zo’n 200 euro.
sheep%20tamale.jpg
Als de dag van het feest zelf aanbreekt verzamelen alle moslims op een aantal centrale plekken in de stad voor een gebedsbijeenkomst. Ook Yussif, Mary’s neef die een tijdje bij ons in huis woont en moslim is, vertrekt die ochtend in zijn nieuwe outfit naar de stad. Bij thuiskomst is het feest. Er wordt veel gegeten en vooral ook veel eten uitgedeeld. Ook wij krijgen drie grote schalen met rijst en vlees. Met Kerst is het andersom, dan delen de christenen uit. 

Gepaste afstand

De relaties tussen moslims en christenen zijn over het algemeen goed. Er zijn vriendelijke contacten en men deelt in elkaars feestvreugde tijdens Kerst en Offerfeest. Toch houden veel mensen een gepaste afstand. Twee maanden geleden bezochten wij met een aantal van onze studenten de moskee net achter het trainingscentrum. Nadat we de studenten verteld hadden van het geplande bezoek, gingen zij buiten hevig met elkaar in discussie. Een aantal besloot dat ze niet meewilden. Ze vonden het maar eng, al gaven ze dat niet direct toe. Na een half uur hadden we iedereen overgehaald toch mee te gaan. We deden bij de deur onze schoenen uit en stapten een voor een naar binnen. We mochten achteraan zitten, terwijl de aanwezige moslims aan hun gebed begonnen.  
Na afloop mochten we een paar vragen stellen. Abdul-Razak , de jonge man die het gebed had geleid, vertaalde voor de Imam. Een van de studenten durfde het aan een vraag te stellen. Hij had altijd gehoord dat het niet toegestaan was voor niet-muslims om bij het gebed in de moskee aanwezig te zijn. Waarom mochten we er dan toch bij zijn? De Imam antwoordde: “We zijn toch allemaal mensen en we leven hier samen. Ik zou juist tegen mijn religie ingaan als ik iemand zou weigeren een plaats van gebed te betreden”.  De studenten stapten opgelucht de moskee  uit en deden hun schoenen weer aan. Het was toch niet zo eng als ze gedacht hadden.