Een huis bouwen kost geld. Ook in Ghana. Het kwam dus goed uit dat ik deze zomer mijn baantje bij de slagerij van een supermarkt in Borculo weer op kon pakken.
Met zo’n baantje in een slagerij denk je misschien iets vaker over vlees na, dan de gemiddelde Nederlander. Meestal op het niveau van: “hoeveel kilo half-om-halfgehakt zal ik vandaag eens maken”. Maar soms ook ietsje dieper.
De laatste weken zijn de kiloknallers van C1000 regelmatig in het nieuws. Wakker Dier bestookt C1000 van alle kanten en C1000 werkt – niet echt van harte – af en toe een beetje mee. Maar C1000 is natuurlijk niet de enige slechterik. Je kunt namelijk je bedenkingen hebben bij de hele vleesindustrie en onze hele gezamelijke vleesconsumptie. Het is té veel, té goedkoop en we willen niet meer weten waar het vandaan komt (een programma als ‘Eet smakelijk’ van omroep Llink – die jammer genoeg verdwijnt – waarin gasten hun eigen vlees moeten slachten en klaarmaken, is daarom ook best goed bedacht). In ieder geval horen Super de Boer, Albert Heijn en ik en jij (behalve als je vegetariër bent, maar ook dan ben je niet zonder zonde. Bovendien is het alternatief van de rijstburgers en vleesvrije shoarmareepjes ook niet echt aanlokkelijk) ook bij de slechteriken.
Terwijl we in Nederland moeten kiezen tussen een vegaburger en een kiloknaller, is een stukje vlees bij het eten in Ghana nog een echte luxe. De meeste Ghanezen genieten maar zo af en toe van een taai stukje rundvlees in de soep en het slachten van een kip is op zichzelf al een feestelijke gelegenheid. Vis daarentegen kunnen de meeste gezinnen zich iets vaker veroorloven. Gedroogde of gerookte vis en soms een verse vis uit de diepvries. Uit de diepvries kun je tegenwoordig ook kippenpoten krijgen, maar over het algemeen moet je je vlees toch echt zelf slachten. Dan koop je op de markt een kip, een geit of een parelhoender, of je probeert er zelf een paar te fokken. Als je in de buurt van Mole National Park woont, heb je geluk als er zo nu en dan een antilope of een ‘pumba’-zwijn verdwaald is. Zo kregen we van Mary´s vader laatst een gerookte dij van een antilope kado. We hebben er voor bij de fufu een heerlijke soep van getrokken.
Zelf ben ik in Ghana ook heel wat minder vlees gaan eten. Regelmatig vis, regelmatig vlees noch vis. Gewoon omdat er nu eenmaal niet zo veel vlees te krijgen is. Maar ook omdat het helemaal niet zo erg is om een beetje te minderen.
En aangezien we een stukje vlees af en toe toch wel lekker vinden, hebben we inmiddels onze eigen kiloknallers (zie filmpje hieronder) rondlopen. En vorige week hebben ze zelfs de eerste eieren gelegd!