Een gedeelte van de wegkant van de muur waaraan zich de ingang van het centrum bevindt. Wat nog rest is de afwerking. |
‘And they said: “Let us rise up and build.” So they strengthened their hands for the good work.’ (Nehemia 2:18b; Revised Standard Version)
Voor een Bijbelgedeelte bij de bouw van een muur denk je al snel aan Nehemia. In Ghana is bovenstaande tekst de favoriete aanmoediging op posters of tijdens bijeenkomsten om fondsen te werven voor een bouwproject van de kerk. Een nieuw kerkgebouw, een huis voor de dominee, of in het geval van het Presbyteriaans Trainingscentrum in Tamale: een muur.
Iedereen heeft wel muurtjes nodig. Om privacy te waarborgen, om af te bakenen wat van jou is en wat van de ander, om aan te geven waar anderen wel of niet mogen komen. Nederland staat vol met hekwerken, heggen en schuttingen. In Ghana bouwt men stenen muurtjes rond huizen, scholen, en andere eigendommen. Houten schuttingen zouden in het warme, soms vochtige weer niet lang standhouden.
Nehemia herstelt de muur van Jeruzalem om de identiteit van zijn volk te herstellen. Om ze weer trots te laten zijn. En verder misschien wel om dezelfde redenen als eerder genoemd. Hij gaat voortvarend aan de slag. Iedereen helpt mee.
Ook op ons trainingscentrum doet iedereen mee. De fundering wordt gegraven door de mannen uit de buurt, het water gedragen door de vrouwen. Door de gemeenschap rond het centrum te betrekken bij de bouw van de muur wordt het project breed gedragen. Natuurlijk is er ook tegenstand. Bijna niet te voorkomen bij zulk soort projecten. Onze muur werd ’s nachts een paar keer omgeduwd, maar door de inzet (op z’n ‘Nehemiaans’) van een aantal nachtwakers waaide ook deze tegenstand over.
Op grotere schaal voelen we ons al snel ongemakkelijk bij muren en hekwerken, vaak bedoeld om groepen mensen buiten de deur te houden. Een muur om Mexicanen uit de Verenigde Staten te houden. Een muur zodat een Palestijn Israel niet zomaar in kan. Een hek om Hongarije om vluchtelingen tegen te houden. Het liefst een groot hek om heel Europa.
In hoofdstuk 5 van het boek Nehemia staat een opmerkelijk gedeelte. Het lijkt er niet op z’n plaats tussen alle bouwwerkzaamheden door. Een groep vrouwen komt bij Nehemia klagen over sociaal onrecht en onderdrukking in de samenleving. Armen lijken geen rechten te hebben en krijgen geen enkele steun van de leiders. Ze voelen zich vernederd en minderwaardig. Ze voegen er aan toe: “Het vlees van onze broeders is toch hetzelfde als ons vlees...onze kinderen hetzelfde als hun kinderen?” (vers 5a).
Dit intermezzo lijkt niets te maken te hebben met het bouwen van de muur van Jeruzalem, waar de rest van het boek Nehemia over gaat. Toch staat het er niet voor niets!
Juist als we bezig zijn met het opkomen voor onze privacy, het afbakenen van ons terrein, het optrekken van onze muurtjes en schuttingen, moeten we dit nooit vergeten: “het vlees van onze broeders (en zusters) is toch hetzelfde als ons vlees...”!
Nu we op het trainingscentrum bezig zijn met het bouwen van een muur om een veilige en rustige omgeving te creeren voor leren en bezinnen, herinnert dit ons aan onze missie als christelijk centrum om een licht te zijn in de gemeenschap waarin we ons bevinden. Om op te komen voor de zwakkeren in de samenleving en uit te reiken naar gebieden en mensen die ons werk het meest nodig hebben. Het bouwen van de muur verloopt niet zonder spanningen, maar het betrekken van de buurt bij het bouwproces, heeft ons als centrum dieper verankerd in de gemeenschap. Ook komen we bijvoorbeeld geregeld met studenten op bezoek bij de moskee om te ontdekken hoe onze directe buren hun geloof beleven en in de praktijk brengen. Het blijft een zoektocht naar een balans tussen opkomen voor jezelf en openstaan voor mensen om je heen. Zeker als kerk en christelijk centrum in een voornamelijk islamitische omgeving als die in Noord Ghana.
Van een afstand zien wij vanuit Ghana de problematiek rond de vele vluchtelingen die naar Europa komen, en naar Nederland. Af en toe komen de beelden langs op internationale nieuwsstations. Toch hebben veel Ghanezen geen idee van wat er op dit gebied in Europa gebeurt.
Er lijkt in de Nederlandse samenleving nu een sterke neiging te zijn om af te bakenen, te beschermen wat van ‘ons’ is. Begrijpelijk ook wel. Ieder mens heeft muurtjes nodig. Nehemia 5 laat ons er echter nadrukkelijk bij stil staan dat dit nooit een excuus mag zijn om onze ogen te sluiten voor nood en onrecht om ons heen. Want het vlees van onze Syrische broeders en zusters is toch hetzelfde als ons vlees? En zijn de vluchtelingkinderen niet hetzelfde als onze kinderen?
Nehemia was verontwaardigd, woedend zelfs, toen hij de klacht van de vrouwen had aangehoord. Dit mocht niet langer zo doorgaan. Hij riep alle leiders op om op te komen voor een menswaardig bestaan voor iedereen.
Juist als we als individu, instituut of samenleving geneigd zijn muurtjes op te trekken, hebben we mensen nodig die net als de vrouwen uit Nehemia 5 opstaan en ons en onze leiders eraan herinneren dat we temidden van al het tumult altijd moeten blijven opkomen voor medemenselijkheid en gelijkwaardigheid om ons heen. En mensen die het voortouw nemen om deze waarden in de praktijk te waarborgen.
Al bouwend worden we er steeds aan herinnerd dat we geroepen zijn om ‘het zout van de aarde’ te zijn en ‘het licht in de wereld’.